Psychische kwetsbaarheden zijn geen recent fenomeen, verschillende
antieke bronnen beschrijven – en nog oudere archeologische vondsten
tonen aan – dat de mens er millennia geleden al mee te kampen had. De
moderne wetenschappelijke classificatie van psychische kwetsbaarheden en
de behandeling ervan zijn daarentegen wel relatief jong, net zoals de
aandacht voor de integratie van mensen met psychische kwetsbaarheden op
de reguliere arbeidsmarkt. Twee stellingen in dat verband hebben
aanleiding gegeven tot het onderzoek dat aan de basis lag van dit
juridisch proefschrift. Ten eerste wordt gesteld dat tewerkstelling
bijdraagt aan de geestelijke gezondheid van werknemers. Ten tweede
suggereert de OESO dat mensen met een psychische kwetsbaarheid nog te
gemakkelijk hun arbeidsbetrekking verliezen. In onderhavig proefschrift
wordt daarom nagegaan hoe werknemers in België beter beschermd kunnen
worden tegen de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst omwille van een
psychische kwetsbaarheid.
Het juridisch onderzoek behelst vier delen. In een eerste deel wordt
kort nagegaan wat verstaan dient te worden onder het begrip ‘psychische
kwetsbaarheid’ en hoe het zich verhoudt tot enkele aanverwante
juridische begrippen zoals ‘arbeidsongeschiktheid’,
‘gezondheidstoestand’, ‘handicap’ en ‘psychosociale risico’s’. In een
tweede deel wordt een kader uitgewerkt voor de evaluatie en normatieve
aanbevelingen onder verwijzing naar (sociale) grondrechten die in
verband kunnen worden gebracht met de centrale onderzoeksvraag. Op die
manier wordt aandacht besteed aan het recht op bescherming tegen de
onredelijke beëindiging van de arbeidsrelatie, het recht op gelijke
behandeling, het recht op welzijn op het werk en het recht op integratie
voor personen met een handicap.
In het derde deel wordt concreet in kaart gebracht welke bescherming
werknemers vandaag genieten tegen de beëindiging van hun arbeidsrelatie
omwille van een psychische kwetsbaarheid. Daarbij wordt in eerste
instantie stilgestaan bij de regelgeving van de Europese Unie rond de
bescherming tegen onredelijk ontslag en het recht op gelijke
behandeling. Bij het onderzoek van de Belgische wetgeving wordt ruimer
stilgestaan bij de arbeidsrechtelijke benadering van de
arbeidsongeschiktheid, de bescherming tegen kennelijk onredelijk
ontslag, het recht op gelijke behandeling en de regelgeving rond
re-integratie op de werkvloer. De bescherming in de Belgische
regelgeving wordt vervolgens ook nog vergeleken met de situatie in
Nederland, waarbij in het bijzonder wordt stilgestaan bij de preventieve
toetsing van het ontslag en de wederzijdse re-integratieverplichtingen
van werkgevers en werknemers. In een vierde deel worden aan de hand van
het eerder vastgestelde kader – zowel op niveau van de EU, als op
Belgisch niveau – concrete aanbevelingen geformuleerd om werknemers
beter te beschermen tegen de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst
omwille van een psychische kwetsbaarheid.